top of page

Informatie

 

 

Zoetwaterparels worden grotendeels gekweekt in zoetwatermeren in China. Parelkwekers kunnen meerdere parels per schelpdier kweken. Men gebruikt de “hyriopsis cumingi” parelmossel (driehoekmossel) voor het kweken van zoetwaterparels.

 

Het kweken van zoetwaterparels is eenvoudiger dan de kweek van zoutwaterparels. Men kan tot circa 30 zoetwaterparels per parelmossel kweken. Er zijn ontzettend veel verschillende maten en vormen van zoetwaterparels. Maar overal geldt: hoe ronder en mooier de parel, des te hoger de prijs. De kleuren van zoetwaterparels zijn wit of pastelkleuren zoals paars/lavendel, zalm en roze. Andere kleuren zijn er ook maar dit zijn parels die worden bijgekleurd.

 

Parels vormen zich als reactie op binnengedrongen vreemde delen tussen de schelp en de mantel of zelfs in het inwendige van de mantel. De buitenhuid van de mantel, het mantelepitheel, die gewoonlijk parelmoer vormt aan de binnenzijde van de schelp, omsluit echter ook binnengedrongen vreemde voorwerpen. En uit deze kapsels ontstaat de parel.

 

Geschat wordt dat in 1 op de 15000 wilde oesters een parel zit. In deze tijd komen de meeste parels uit kwekerijen, de zogenaamde 'cultivéparels'. Hiervoor wordt in de oester een klein korreltje parelmoer gelegd en de parel kan dan na twee jaar geoogst worden. De teelt is door de Japanner Kokichi Mikimoto ontwikkeld en in 1896 gepatenteerd.

 

bottom of page